Wat doen we in Oldenburg? Wachten.
We hadden het zo mooi berekend. Bij Oldenburg de kanaalsluis door, dan bij afgaand getij tot aan Elsfleth de Beneden-Hunte af, waar die de Weser in stroomt. Daar aankomen bij de kentering van het getij, waarna we ons met de instroom naar Bremen zouden laten spoelen.
We hadden het zo mooi berekend. Bij Oldenburg de kanaalsluis door, dan bij afgaand getij tot aan Elsfleth de Beneden-Hunte af, waar die de Weser in stroomt. Daar aankomen bij de kentering van het getij, waarna we ons met de instroom naar Bremen zouden laten spoelen.
Maar helaas, bij Oldenburg was de spoorbrug dicht voor onderhoud, tot vier uur. Als we er dan door zouden gaan, hadden we overal het getij tegen, zouden we zeker Bremen niet bereiken, en ons in het ongewisse begeven op het punt van aanleg- of ankerplaatsen. Niet doen dus.
Vandaar Oldenburg. Het blijkt een prima plek te zijn voor kappers, inkopen en kennismaking met weer een andere Duitse stad. We liggen zoals gebruikelijk midden in het centrum – dat heb je wanneer je per schip aankomt in een stad die aan een rivier is gegroeid – en liggen aan lange lijnen die tweeĆ«nhalve meter niveauverschil kunnen opvangen.
Oldenburg is de hoofdstad van de Duitse deelstaat Niedersachsen en maakt, zeker op zaterdagmiddag, een levendige en welvarende indruk. Een nieuw fenomeen bijvoorbeeld – affiches voor personeel gevraagd!
Ik liep ook weer een kerk in, de grootste in het centrum. Waarom doe ik dat toch telkens, vroeg ik mij later af, en dacht aan een stelling van de Roemeense godsdienstsocioloog Mircea Eliade. Het eerste wat mensen doen wanneer ze zich ergens vestigen, zegt hij, is het vaststellen van de verticale dimensie. Die wordt hun axis mundi, hun wereld-as, hun spil, het oriƫntatiepunt van het bestaan. De Egyptenaren hadden obelisken, Indianen totempalen, Germanen heilige eiken, en wij onze kerktorens. Een gemeenschap zonder spil kan niets worden, zegt Eliade. Is dat wat er mankeert aan moderne plaatsen als Lelystad en Almere? Want GSM-masten, flatgebouwen en windmolens, hoe hoog ook, zijn natuurlijk geen spilplaatsen.
Zo kwam ik dus als vanzelf bij de St. Lambertikerk terecht. Van buiten is het een nadrukkelijk, rood en donker gebouw in de stijl van de Noordwest-Duitse baksteengotiek, dat een langwerpig, kruisvormig interieur doet vermoeden. Groot is de verrassing wanneer je na de entree in een witte rotunda terechtkomt, een ronde ruimte met een koepelgewelf dat duidelijk verwijst naar het Pantheon in Rome. Opnieuw, net als in Leer, geen versiering, beelden of opsmuk; alleen een orgel en een kansel met daarop een opengeslagen bijbel. Het geeft het uitgangspunt van de reformatie weer, sola fide, sola scriptura. Slechts door het geloof en door de Schrift is het heil te bereiken.
Toch zit er een architectonische spanning in die rotunda, die middenin is gecentreerd, en de plek van de kansel aan de kant. Die vormt het middelpunt van een andere cirkel, waar de kerkbanken op gericht staan. Moet dat aangeven dat het geloof een excentrieke aangelegenheid is?
Verder kun je in Oldenburg dus ook heel goed naar de kapper.
En bezorgde gedachten ontwikkelen over de verdere reis. Het schijnt dat het stroomgebied van de Elbe de laatste tijd is geteisterd door zware regenval, die nu in een grote golf door de rivieren naar beneden spoelt. Wij herinneren ons de overstromingen van Dresden een paar jaar geleden, en hopen dat we zulke dingen niet gaan meemaken.
Krantenfoto 4 juni |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten