Potsdam, het klinkt als een gekuiste krachtterm. Dat vonden we
vannacht om half twee ook. We waren er via heerlijk rustige toeristische kronkelwaterwegen
aangekomen, en vonden er een ligplaats aan een kade naast een soort oeverpark.
Er kwam nog een meisje naar ons toe om te vragen of we niet ergens anders
konden liggen, want “daar gingen ze ’s avonds altijd vissen”. De betrokkenheid
van de jeugd bij de hengelsport ontroerde ons, maar omdat je dertig meter schip
niet makkelijk ergens anders kwijt kunt, bleven we.
Het bleef onrustig die avond, al was het niet van het vissen. Eén
clubje jongens had een nieuw drankje uitgevonden, wodka met drop, en dat ging
er goed in. Wij probeerden wat door het rumoer heen te slapen, totdat Rob
midden in de nacht wakker werd van geklop op de roef. Politie, gewaarschuwd
door twee bejaarde mensen op het bootje voor ons. Ons schip was drijvend
aangetroffen, losgegooid door de jongelui, en, terwijl wij lagen te ronken,
weer naar zijn plek gebracht door een boot van de Wasserschutzpolizei.
Personalia, papieren, niets bedreigends en veel begrip, maar toch niet
iets waar je op dat tijdstip met volle teugen van geniet. De volgende ochtend
zouden de collega’s van de waterpolitie terugkomen voor de afhandeling. Die
bestond uit het overhandigen van een kopie van het proces-verbaal dat tegen de
jongelui was opgemaakt wegens “gefährliche
Eingriffe in den Bahn- Schiffs- und Luftverkehr gemäß § 315 StGB”
Wij vroegen nog wat er met die jongens ging gebeuren. “Ein Tritt im Arsch”, was het antwoord. Prachtig,
een schop voor de kont, en geen aangifte, Bureau Halt of jongerenbegeleidingstrajecten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten