donderdag 29 augustus 2013

Schepenlift Rothensee


Met nog steeds Jos aan boord, voor zijn Elbepatent maar ook voor de gezelligheid en zijn kennis van de binnenvaart, voeren we onder de kanaalbrug door waarmee het Mittellandkanal over de Elbe heen gaat. Daar waren we al eerder geweest, bovenlangs over het kanaal, en toen heb ik een paar dingen voor waarheid verkondigd die er helemaal naast zitten. Het ging over de schepenlift of het Schiffshebewerk, de installatie waarmee tientallen jaren lang, voor de aanleg van de kanaalbrug en de bijbehorende nieuwe spaarsluis, de scheepvaart vanaf het kanaal omlaag de Elbe in gelaten werd, of de andere kant uit omhoog.
Ik beweerde toen dat de lift uit twee waterbakken bestond die voor elkaar als contragewicht dienen. Dat principe wordt elders wel toegepast – dat zeg ik om een beetje mijn gezicht te redden – maar niet hier. De werkelijkheid is nog fantastischer. Hier is er maar één bak. Als die vol is, met of zonder schip erin want dat maakt door de waterverplaatsing van het schip geen verschil, weegt hij 5400 ton. De tegendruk die ervoor zorgt dat hij niet naar beneden dondert, wordt geleverd door twee stalen tanks van zesendertig meter hoog en een diameter van tien meter. Ze staan onder druk, met lucht gevuld, en zijn ondergedompeld in twee diepe, met water gevulde schachten. De opwaartse druk van die twee samen? Precies 5400 ton.
Het geheel van bak en luchttanks samen gedraagt zich als een grote dobber. Die weegt per saldo ongeveer niets, en wordt met een  paar schroefspindels omhoog en omlaag gedraaid. Dat gaat met elektromotoren met een totaalvermogen van 150 kilowatt. Dat lijkt veel, maar als je het vertaalt naar een personenauto, zou je die met een vermogen van 30 watt kunnen optillen. Een staafmixer heeft tien keer zo veel. Wat zijn ingenieurs toch vernuftig!
Het mooie van deze techniek is verder dat er helemaal geen waterverlies van boven naar beneden is, en dat is voor een hoog gelegen sluis een belangrijk punt. Na de voltooiing van de kanaalbrug was er meer capaciteit nodig en is er naast de schepenlift een sluis gebouwd. Hoewel die is uitgevoerd volgens het principe van de spaarsluis, raakt die bij elke schutting veertig procent van zijn water kwijt. Dat wordt dan wel weer terug omhoog gepompt, maar dat is een kostbare affaire.


1 opmerking:

  1. Wat ik mij afvraag hoe ze het voor elkaar gekregen hebben dat de invaar hoogte altijd 4,25 meter is ongeacht eb of vloed. Weet iemand hoe dit zit?

    BeantwoordenVerwijderen