zondag 26 mei 2013

Zondag wasdag


26 mei, vorig jaar om deze tijd zaten we in Beograd en was het heerlijk zomerweer. Nu is het tien graden en varen we net de stad Groningen uit, richting Delfzijl. Morgen met opkomend tij de Eems op, dan steken we over naar Emden en kunnen we weer een buitenlandse vlag in het want hijsen. Met zo’n getijberekening voel ik me weer een beetje zeilschipper, behalve dan dat we net de wasdroger hebben leeggehaald. Dat zat er toen niet in. Bij elke havenplaats stapte Jeanne van boord met een paar tassen wasgoed, op zoek naar de dichtstbijzijnde wasserette. Ze heeft er talloze gezien, en is ooit van plan geweest een thematisch reisboek te schrijven onder de titel Laundromats I’ve known and loved. Dat is er niet van gekomen.
“Ik heb mijn vader nooit de was zien doen”, zei Rob bij het vouwen van de hemdjes. Ik ook niet. Maar, speculeerden we, onze kinderen hebben ons ook nooit zo gezien. Dus misschien zijn onze vaders toch wel af en toe met de was bezig geweest, wanneer wij niet keken, als een heimelijk genot.
Adriani
In Groningen lagen we aan de Hoge der A, vlakbij het A-Kerkhof van het Monopolyspel. De helft van mijn leven heb ik gedacht dat die straatnaam te maken had met een meneer Kerkhof, Arie of Anton of zo. Maar het is het plein bij de A-kerk, en die is genoemd naar de Groningse A, de oude rivier die er vlak langs stroomt. De Hoge der A is de kade aan de hoge kant. Vierendertig jaar geleden was daar een groothandel in huishoudelijke artikelen gevestigd, de oude firma Adriani, die zichzelf had overleefd. Pakhuizen met zolders en trappen, geen rolcontainers of palletplaatsen, en een stadslocatie waar geen vrachtwagen in de buurt kon komen. Mijn toenmalige zakenpartner Jan Bernard en ik hebben nog geprobeerd het bedrijf over te nemen, want we moesten zo nodig iets van onszelf. Godzijdank is dat niks geworden; wel was het een mooie vingeroefening. Je eerste overname moet een succes zijn, niet een weke drol die je nooit meer van je schoenen krijgt.
Maar toen heb ik geleerd hoe het zat met het A-Kerkhof, en nu lagen we er bijna voor de deur. Er zitten nu mooie stadsappartementen in de pakhuizen, en op de gevel staat nog v/h J.G. Adriani.
Groningen doet op zondag heel zuinig met zijn brugopeningen. We konden kiezen, half tien weg of half twee. We wilden nog even wat rondkijken en vooral het Groninger Museum bezoeken, dus het werd de middagbrugopening. Nu zitten we op het Eemskanaal, en de lieflijkheid van het landschap van de afgelopen dagen is in één keer weg. Dit kanaal is recht en saai, met brede akkers aan weerszijden waar in de verte een boer bezig is een vrachtje gras te maaien voor de koeien in de megastal. Verder is het leeg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten