De Havel was ooit de voornaamste waterverbinding tussen Berlijn en
Hamburg. Dat is nog te zien aan de grootte van de sluizen, daar passen serieuze
schepen in, zeker naar de maat van voor 1945. Maar na de oorlog mochten die
twee steden geen contact meer met elkaar hebben, en toen de twee delen van
Duitsland verenigd raakten, waren er andere transportwegen die efficiënter
waren. Dus het is stil in de Havel, of eigenlijk de Untere Havel-Wasserstrasse, maar de vaarweg ligt er nog en de sluizen
worden bediend.
|
Om de sluis heen door het stuwkanaal |
Er is veel water gevallen, en het parool is afvoeren. Dat merken we
bij de laatste twee sluizen in de Havel, die waren gesperrt. Wat jammer nou,
dachten wij, nu kunnen we niet verder. Dat hadden we helemaal verkeerd
begrepen. De sluizen waren buiten gebruik gesteld omdat de stuwen waren
opengezet. Geen zin water vast te houden met sluizen en zo, het moet weg, en
wel zo snel mogelijk. Dus we konden door de stuwkanalen verder.
|
Nat land |
Verderop werd het landschap steeds natter, met honderden meters aan
weerszijden waar de bomen in het water stonden te weerspiegelen en verder
niets. Bij de laatste sluis, die ons naar de Elbe zou schutten, werd ons
duidelijk hoe dat kwam. We dachten dat we daar omlaag zouden gaan, we waren
immers Talfahrt. Maar het ging
omhoog, de rivier lag hoger dan het land. Er waren vast wel ergens pompgemalen
aan het werk, maar zulke hoeveelheden water krijg je niet goed weg. Het lage
land binnen de Elbedijken wordt dus bewust gebruikt als buffer voor wateropslag
– tot de Elbe weer zo ver is gezakt dat het weg kan.
Het geeft je op een heel praktische manier inzicht in wat er gebeurt
als de zeespiegel stijgt. Dan kan het rivierwater niet op natuurlijke wijze
weg, althans niet op de lage plekken waar het nu gebeurt. Pompen of verzuipen
wordt het dan, héél veel pompen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten