vrijdag 5 juli 2013

Dömitz


We begroetten gisteren de Wasserschutzpolizei vol vertrouwen. Onze papieren waren immers in orde, vonden we. Dat was ook zo, maar ze waren niet volledig: het bleek dat we op de Elbe, net als op de Rijn, trajectvaarbewijzen nodig hadden, en die hadden we niet. We kregen een Festlegung opgelegd, een tijdelijk vaarverbod totdat we iemand aan boord zouden hebben, een loods, met wel zo’n Streckenpatent. De mannen van de politie kenden wel zo iemand uit Wittenberge, het stadje dat we kort tevoren waren gepasseerd, die wilden ze wel voor ons ophalen en aan boord brengen. Thomas heette hij, die is keurig in de stuurhut komen zitten terwijl hij ons vertelde dat de waterpolitie met opheffing bedreigd wordt en wil laten zien hoe belangrijk hun werk is. Vandaar het proces-verbaal: ze moesten boeven vangen, en dat waren wij.
De vaart over de Elbe was indrukwekkend. De Hochwassersperrungen zijn voorbij, maar nog steeds is het water heel hoog. Aan de kanten zijn de rivierdijken opgehoogd met zandzakken, miljoenen stuks, gevuld en neergelegd door honderden vrijwilligers in ploegendienst. Nu het water weer gezakt is, moeten die zakken weer weggehaald. Niet door vrijwilligers, dus zo levert ook wateroverlast weer werk op dat goed is voor de economische statistieken.
De Elbe was een watervlakte van honderden meters breed, met loofbomen die tot halverwege hun stam in het water stonden, en restanten van dijken die een paar jaar geleden zijn doorgestoken om de rivier meer ruimte te geven. Daarachter de nieuwe dijken, en in de nieuwgevormde uiterwaarden hoofdzakelijk niets en zwanen. Het gaf ons het gevoel dat Noach gehad moet hebben, dobberend met zijn ark over de oervloed die de mensheid had verzwolgen. Alleen hadden wij geen beesten te voeren of stront te scheppen; wel koud bier in de koelkast.
We draaiden volgens plan bij Dömitz de Elbe uit, waar we wilden overnachten om daarna de Müritz-Elde Wasserstrasse in te gaan. Die loopt door uitgestrekte gebieden van meren en plassen die bekend staan als de Mecklenburger Seenplatte en de Strelitzer Seenplatte. Oorspronkelijk was die Wasserstrasse een commerciële vaarweg, maar tot chagrijn van de bewoners is het gebied nu een nationaal landschapspark geworden. Goed voor het toerisme, maar wat als de toeristen dat niet snappen?
We hadden het mooi bedacht maar het zit er voorlopig even niet in. Ook in Dömitz was het water de afgelopen weken erg hoog gekomen, tot pal onder het dek van de brug over het toegangskanaal van de sluis. Daar zat de bak met de elektrische aansturing van de brug, die kon niet tegen water en is daar nog steeds niet van hersteld. Morgen is de volgende reparatiepoging.
Dus wat doen we? De Elbe terug omhoog is vanwege de stroom geen optie. Zelfs al was het dat wel, dan zouden we ten minste twee dagen een loods mee moeten hebben, en dat is geen genoegen. Thomas was een beste vent, maar zo’n vreemde heeft onmiddellijk invloed op de sfeer aan boord. Het is je eigen schip niet meer.
Haven met uitstekend schip en wachttoren
Dus we wachten, we drentelen en lummelen wat met achterstallig onderhoud. We pakken onze fietsjes en ontdekken dat Dömitz een oud vestingstadje is. Net zoals Woudrichem, Jutphaas, Enkhuizen, Dokkum, Leer en Bourtange, waar we deze reis al eerder waren. 
Helaas heeft die rol van buitenpost langer geduurd dan iedereen lief was. Bij de ingang van de haven staat een oude wachttoren, waar tot 1989 de DDR-grenswachten met verrekijkers en geweren de horizon afspiedden naar indringers en vluchtelingenNu staan de kleuren van de Motoryachtverein Dömitz e.V erop. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten