donderdag 12 september 2013

Calvörde, ons laatste DDR stadje


De berichtgeving is wat schaars geweest de laatste tijd. Misschien komt het doordat we een grote ronde hebben gemaakt die we al eerder hadden gedaan. Vanaf de Elbe over Dömitz, Grabow, Schwerin, Lübz, Waren en dan verder via Spandau naar Berlijn. Daar heeft de Anna Koosje opnieuw in de Historischer Hafen gelegen, deze keer in het stuwkanaal naast de Mühlendammschleuse, waar we eind juni nog bijna door een enorme hoogwaterstroom in gezogen werden. Nu was er geen hoogwater en dus geen stroom, en was het gewoon parkeren.
Van daar uit nogmaals de paraderoute achter de Dom langs, het Rijksdaggebouw en de Bundeskänzlei – ook wel, vanwege de combinatie van rechte witte muren en ronde ramen aangeduid als Angela’s wasmachine. Potsdam, deze keer met meer aandacht bezocht dan het touch-and-go van vorige keer. Sans Souci, het Neues Palast, het Holländisches Viertel, en restaurant Noi Due waar een van ons goede herinneringen aan had van toen hij spijbelde van een saai astronomendiner. Bij Parey opnieuw voor de sluis gelegen, waar het Restaurant at the End of the Universe helaas over de rand getuimeld was. De parasols stonden verwaaid en half verrot, er was een enkel raam met licht erachter en bier was er niet te krijgen.
We voeren over de kanaalbrug over de Elbe, langs Magdeburg en voorbij Bülstringen, het dorp dat op de heenweg onze eerste kennismaking was met de ex-DDR, waar zelfs de kroeg en de bakker verdwenen waren. Ietsje westelijker aan het Mittellandkanal ligt Calvörde. Morgen gaan we Wolfsburg voorbij en dan zijn we weer in het westen. Dit is dus onze laatste stop in de ex-DDR.
We hebben hier weken vertoefd. Zelfs inclusief Berlijn, waar we alleen het oostelijk deel hebben bevaren, hebben wij de hele tijd gereisd door het vroegere rijk van beklemming, van Honecker, de Stasi, die Mauer, wachttorens, wantrouwen en klikken. We hebben waardering gekregen voor de eenvoud van het leven, de pretentieloze mensen, en de voor ons uiterst gunstige prijzen in winkels, cafés en eethuizen. We hebben de littekens van de oorlog gezien, in Berlijn, Magdeburg en Dresden. Maar ook prachtige steden, intact of gerestaureerd, zoals Meissen, Torgau, Schwerin, Tangermünde, en, ook in deze categorie, Dresden.
Konsum
Calvörde dus. Er is een aanlegplaats in het kanaal, vlak bij een brug, en met onze vouwfietsjes waren we in tien minuten op de markt. Er zijn twee bakkers, gelukkig, want dan hebben we morgen verse broodjes. Er is een vervallen pand met vervaalde letters Konsum op de gevel, de voormalige staatswinkel met lege schappen waar vroeger de mensen in de rij stonden en die nu dichtgetimmerd is. Er is een Gasthaus, Rathskeller, waar je zeven euro vijftig betaalt voor vijf pils, en waar een gemelijke man aan de toog zit aan te praten tegen een fletse uitbaatster. Jonge mensen zie je er niet of nauwelijks.

Rathskeller
1989, de Wende, vierentwintig jaar geleden, denken wij dan. Hoeveel herinneringen leven er nog na aan de tijd van beklemming, de tijd dat je om de zoveel tijd iets te klikken moest hebben over een buur, een familielid of een collega, op straffe van een verdachte aantekening in je eigen Stasi-dossier? En dat er natuurlijk over jou zelf geklikt werd door wie weet wie – je collega, je buurman, je kind zelfs? Leeft dat vierentwintig jaar na dato nog door? Of heeft iedereen oog in oog gestaan met zijn eigen zwakte en schuldigheid, en heeft men besloten alle schulden en vorderingen in een grote beweging uit te wisselen en weg te strepen?
Wat hebben wij zelf eigenlijk weinig meegemaakt, beseffen wij ons, en wat hebben wij toch veel meningen over wat anderen hadden moeten doen in omstandigheden waar wij geen benul van hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten